Watervleermuis

Watervleermuis, Myotis daubentonii

(foto: www.digitalnature.org)

Ze zijn middelgroot te noemen met een spanwijdte van 23 tot 27 cm. De oorschelpen zijn relatief groot maar van het geslacht Myotis hebben ze de kleinste oren. Ze hebben een lange staart van 3 tot 4,5 cm. Ze jagen laagvliegend over het water en kunnen ook insekten uit het wateroppervlak oppikken. Het is een snelle vlieger (ruim 20 km/uur) die eet en drinkt onder het vliegen. Kraamkolonies bestaan uit 20 tot 50 vrouwtjes. de mannetjes leven solitair of in kleine groepjes. Het overwinteren gebeurt met vele honderden dieren in koude vochtige ondergrondse holen, mijnen, kelders, putten et cetera. In principe zou onze vleermuisbunker op Appel 7 geschikt moeten zijn voor de watervleermuis. Het vrouwtje krijgt één jong dat na drie weken kan vliegen.