Gewone oeverlibel

Gewone oeverlibel ( Orthetrum cancellatum

(foto: Kees van Rijsbergen)

De jonge oeverlibellen hebben een geel spits toelopend achterlijf met twee zwarte strepen. Het achterlijf van de mannetjes verandert na korte tijd in blauw (berijpt) met een zwarte punt. De mannetjes zijn snelle vliegers en je ziet dan meestal een langs-flitsende blauwe pijl. De gewone oeverlibel is de meest algemene echte libel in Nederland. De larven van de gewone oeverlibel leven op de bodem in het water tussen modder en dode plantenresten en overwinteren twee tot drie jaar voordat ze uitsluipen. Het water voor de gewone oeverlibel moet niet te dicht begroeid zijn. Omdat deze libellensoort zo algemeen voorkomt, worden ze ook veel gegeten door vogels, maar de volwassen oeverlibellen zijn zelf ook goede jagers. Ze jagen op muggen, vliegen en kleine vlinders. Ze vliegen van begin mei tot eind september. Het vrouwtje zet haar eitjes af door vliegend met het achterlijf op het wateroppervlak te tikken, waarbij het mannetje meestal dicht bij haar in de buurt vliegt om concurrenten te verjagen.