Grote keverorchis

(foto: Kees van Rijsbergen)

Elke plant heeft twee stevige en vlezige ovale bladen. De kleur is vrij donkergroen, glanzend, met uitspringende nerven en ze worden 5-20 cm lang. Daarboven groeien nog één of twee schutbladachtige bladeren, bij bloeiende planten onder het midden van de stengel.

De tweeslachtige bloemen (mannelijke en vrouwelijk) groeien als een tros met geelgroene kleur. De bloemen zijn vrij klein maar 7 tot 15 mm lang en typisch voor orchideeën met een hangende bloemlip maar wel zonder zijlobben.

De grote keverorchis voelt zich thuis op vochtige lichte plekjes in loofbossen, langs bosranden of in grasland. Ze worden op veel verschillende typen gronden aangetroffen waaronder duingraslanden, langs kreken en beschaduwde bermen, langs fietspaden welke verhard zijn met schelpen! Juist op onze baan worden schelpen gebruikt om de paden te verharden en we hebben slootjes direct langs de paden met beschaduwing. Het is dus niet vreemd dat we de brede keverorchis op de baan hebben. “Onze” populatie is waarschijnlijk afkomstig van de grote populatie bij Buren Het is een zeldzame en beschermde plant (rode lijst).

De naam keverorchis komt omdat de bloemen kevers aantrekken. De bloemen scheiden een muskusachtige stof verwant aan de sexlokstoffen van vrouwelijke kevers. Mannetjeskevers willen daarom met de bloem paren. Bij die pogingen krijgen ze dan een beetje stuifmeel op hun lijf. Als ze dan naar een andere bloem gaan en het opnieuw proberen, dan komt dat stuifmeel op de andere bloem terecht. Als een kever op bezoek geweest is vouwt de plant een van de kroonbladen over de stempel, zodat de bloem zichzelf niet bestuiven kan.