Kleine watersalamander

Kleine watersalamander

(foto: Jelger Herder)

 

De kleine watersalamander, Lissotriton vulgaris , is de algemeenste salamander in Nederland en komt voor in een grote verscheidenheid aan biotopen. De kleine watersalamander wordt maximaal 11 cm groot en komt voor in ondiepe wateren met veel waterplanten en weinig vis, vaak ook in tuinvijvers. Op land heeft de kleine watersalamander een voorkeur voor lichte bossen, parken en tuinen. Ze hebben een gladde huid, een donkerbruine tot zwarte rug en een fel oranje, gele of zelfs rode buik met veelal zwarte stippen. In de voortplantingstijd heeft het mannetje van de kleine watersalamander een kam op zijn rug. Kleine watersalamanders zijn vooral 's nachts actief. De kleine watersalamander voedt zich met (water) insecten, kreeftachtigen en kleine wormpjes. De kleine watersalamander kan in het wild ongeveer 7 jaar oud worden.
De kleine watersalamander trekt vanaf begin april naar zijn voortplantingswater. De paartijd van de kleine watersalamander duurt van begin april tot eind mei. Het vrouwtje van de kleine watersalamander zet 200 tot 300 eitjes afzonderlijk af op waterplanten waarbij ze de eitjes verstoppen in met de achterpoten gevouwen blaadjes. Dit om ze te verstoppen voor eierrovers. De eitjes komen na 1 tot 3 weken uit. De larven van de kleine watersalamander metamorfoseren in augustus/september. De jonge kleine watersalamanders zijn na 2 tot 3 jaar geslachtsrijp. De kleine watersalamander overwintert op land meestal in de buurt van water onder houtblokken, stenen in andere schuilplaatsen.
In heel Europa is de kleine watersalamander zoals gemeld wettelijk beschermd, ook in Nederland en België. Het vangen van de salamanders, zelfs om deze uit te zetten in de vijver of de larven op te kweken is dus verboden. Beide acties lijken de salamander goed te doen.Belangrijk argument om niet met dieren te slepen van en naar vijvers is de amfibieënschimmel en specifiek de recent ontdekte salamanderschimmel. Deze heeft de populatie vuursalamanders al bijna doen uitsterven en ook andere soorten blijken gevoelig voor de schimmel. In de vijver uitgezette dieren kruipen vrijwel altijd terug naar waar ze vandaan gehaald zijn om de voortplanting weer op te pakken met alle risico's van dien zoals het oversteken van wegen. 

De larven eten veel muggenlarven en zorgen dus zo voor minder muggen.  De agressieve larven vreten elkaar aan als ze met meerdere in een afgesloten ruimte zitten. Verzwakte larven worden vervolgens geheel verslonden door de eigen 'broers en zussen'.

De kleine watersalamander is een algemene soort op de golfbaan. Kleine watersalamanders zijn met name aangetroffen in de kleinere wateren en in de visvrije poel bij het clubhuis. Deze kleine wateren bevatten meer schuilmogelijkheden en waarschijnlijk minder vis waardoor predatie lager is. Overwintering vindt vermoedelijk plaats in het struweel rondom de holes. Verleden jaar zijn er ook enkele kleine watersalamanders gevonden in de kelder van het greenkeepers verblijf. Hier hebben ze waarschijnlijk getracht een overwinteringplaats te vinden maar konden ze er niet meer op eigen kracht uitkomen.