Dwergvleermuis

 

Dwergvleermuis, Pipistrellus pipistrellus

(foto: internet wikipedia)

Kleine vleermuis met bruine vacht waarvan de bovenzijde oranjebruin tot donkerbruin kan zijn. De oorschelp is klein, breed en driehoekig donker van kleur. De dwergvleermuis is 3,5 tot 5 cm lang met een maximale spanwijdte van 24 cm. Ze maken graag gebruik van vleermuiskasten als broedkamer. Kraamkolonies bestaan uit gemiddeld 80 dieren met uitschieters tot vele honderden dieren. Overwinteren doen ze in gebouwen of bomen en (oude) bunkers of ijskelders. Ze starten de winterslaap later dan de andere soorten, pas in december. Ze jagen over water en weilanden, heggen en natuurlijk rond lantaarnpalen. Een vangst van 300 insecten per nacht is normaal, waarbij ze vaak in kleine groepen van 10 tot 20 dieren vliegen. De paartijd is van augustus tot november, waarbij de mannetjes een territorium afbakenen met geurstoffen, geluid en gedrag. Het ingebrachte sperma wordt bewaard tot april na de winter wanneer de ovulatie plaatsvind. De draagtijd is afhankelijk van het beschikbare voedsel en duurt 44 tot 80 dagen en meestal maar één jong, soms twee. Het gewicht van de jongen bedraagt  1'tot 1,4 gram! De jongen worden gespeend door de moeder en zijn vliegklaar na drie weken en kunnen na zes weken actief jagen.