Spreeuw

(foto: Vogeldagboek.nl)

Beschrijving

In het najaar is het verenkleed bedekt met talrijke witte stippen. In de loop van de winter slijten de veren echter, waardoor het verenkleed in de zomer geheel zwart is en een groen-paarse glans heeft. De spreeuw kan verward worden met de merel, maar naast het verschil verenkleed is de spreeuw ook te onderscheiden door de kortere staart en de spitse, driehoekige vleugels. Ook is de vlucht veel sneller en met glijpauzes. De spreeuw zingt met gespreide vleugels een serie hoge, langgerekte tonen, afgewisseld met korte klikkende of knarsende geluiden.

De spreeuw is een luidruchtige vogel en broedt meestal alleen, maar soms ook in kolonies in boomholten of gaten in de grond. De vogel vormt buiten de broedtijd grote tot zeer grote zwermen en kan dan veel schade veroorzaken, met name aan boomgaarden met fruitbomen.

Broeden

  • Broedperiode: half april - juni
  • Koloniebroeder: nee
  • Aantal legsels: 1 - 2
  • Aantal eieren: 5 - 8
  • Incubatie: 12 - 14 dagen
  • Nestduur: 19 - 22 dagen
  • Kleur eieren: lichtblauw
  • Aantal broedparen: 500.000 tot 1.000.000

Kenmerken

  • Lengte: 19 - 22 cm
  • Spanwijdte: 31 - 40 cm
  • Gewicht: 60 - 90 gram
  • Snavel: spitse snavel; geel in het broedseizoen, daarbuiten donker grijs/zwart
  • Poten: leverkleurige korte pootjes

Herkenning

Opvallende kenmerken: leeft in groepen. Zijn vrij luidruchtig. Zo ook de jonge spreeuwen in het nest.

Gedrag: na het broedseizoen zoeken spreeuwen elkaar op en vormen soms zeer grote groepen. Deze groepen worden in het najaar aangevuld met spreeuwen uit Scandinavië. Overdag zoeken spreeuwen in de wijde omgeving naar voedsel. Aan het einde van de middag verzamelen ze zich op een vaste plaats. Na een aantal vluchten over de omgeving duiken ze met zijn allen in een groep bomen of struiken. Zolang er genoeg voedsel in de omgeving te vinden is zullen ze hier blijven vertoeven. Dit kan enkele dagen zijn maar soms ook vele weken. Aan het einde van de winter gaan de spreeuwen weer op zeoek naar een geschikte broedplaats en trekken er weer vele spreeuwen naar Scandinavië.

Kleed: in de wintermaanden hebben spreeuwen een zwart verenkleed met paars-groene gloed en opvallende witte spikkels. In broedkleed zijn spreeuwen zwart gekleurd met een prachtige gloed van paarse-blauwe en groene kleuren. Na de broedtijd krijgen de spreeuwen een bruin opvallend verenkleed.

Verspreiding

Europese verspreiding: spreeuwen komen in heel Europa voor, maar mijden het Iberisch Schiereiland, Corsica en Sardinië en Zuid-Griekenland.

Trekroute: continentaal Europa

Overwinteringsgebied: centraal Europa