Tjiftjaf

(Foto: Vogeldagboek.nl)

Beschrijving

De tjiftjaf is een kleine, onopvallende vogel die zich meestal in boomkruinen bevindt. De vogel lijkt sterk op de fitis, maar heeft bijna zwarte poten, terwijl de poten van de fitis veel lichter zijn. Het beste kenmerk van de tjiftjaf is echter de typische zang, een duidelijk herkenbaar tjif tjaf tjaf tjif tjif. Ook laat de vogel soms een luide toon horen.

Hoewel de vogel zich meestal hoog in de bomen bevindt, wordt het goed gecamoufleerde nest in de struiken vlak boven de grond gebouwd. Het nest heeft een ingang aan de zijkant en is aan de binnenkant bekleed met veren. In de winter trekken de meeste tjiftjafs naar het Midenlandse-Zeegebied, maar ook in Nederland blijven vogels overwinteren.

Broeden

  • Broedperiode: vanaf half mei
  • Koloniebroeder: nee
  • Aantal legsels: 2
  • Aantal eieren: 4 - 9, tweede legsel 4 - 5
  • Incubatie: `13 - 15 dagen
  • Nestduur: 14 - 16 dagen
  • Kleur eieren: roomkleurig met donkere spetters
  • Aantal broedparen: bijna 600.000

Kenmerken

  • Lengte: 10 - 12 cm
  • Spanwijdte: 18 - 21 cm
  • Gewicht: 7 - 8 gram
  • Maximale leeftijd: 3 - 4 jaar
  • Snavel: spits en dun, insecteneter
  • Poten: donkergrijs tot bruin

Herkenning

Gedrag: de tjiftjaf is erg druk en foerageert op rusteloze wijze, voortdurend in beweging, fladderend en speurend naar prooien op takjes en bladeren.

Kleed: de bovenzijde is donker olijfgroen, de onderzijde witachtig. Hij lijkt op de even grote fitis, maar de poten en verenkleed zijn donkerder en met bruinere tinten.

Verspreiding

Europese verspreiding: tjiftjaffen komen in bijna het gehele boreale en gematigde gebied van Eurazië voor, tot aan de 155 graden Oosterlengte-meridiaan; het oosten van Siberië. Nog verder oostwaarts neemt een nauw verwante soort het estafettestokje over van de tjiftjaf.

Trekroute: tjiftjaffen trekken vrijwel uitlsuitend in zuidwestelijke richting.

Overwinteringsgebied: het zuiden van het Iberisch Schiereiland en Marokko zijn de belangrijkste overwinteringsgebieden. Een kleiner deel trekt naar andere Noord-Afrikaanse landen.