Kleine karekiet

(foto: Vogeldagboek.nl)

Beschrijving

Net als veel andere rietzangers is ook de kleine karekiet een grijsbruin gekleurde vogel die goed langs verticale rietstengels kan klimmen. In tegenstelling tot veel verwante soorten komt de kleine karekiet ook regelmatig buiten het dichte riet, zodat de vogel relatief vaak gezien wordt. De kleine karekiet is op het uiterlijk alleen nauwelijk te onderscheiden van de bosrietzanger. Het verschil in de zang is het beste kenmerk om beide soorten uit elkaar te houden. De zang van de kleine karekjiet is veel minder luid dan de zang van de bosrietzanger.

Het nest wordt gevlochten tussen een aantal rietstengels en bestaat uit een diepe kom, gebouwd van fijne plantenstengels. In de winter trekt de vogel naar Afrika.

Broeden

  • Broedperiode: vanaf half mei
  • koloniebroeder: in goede broedgebieden semi-kolonebroeder
  • Aantal legsels: 1 - 2
  • Aantal eieren: 3 - 6
  • Incubatie: 9 -12 dagen
  • Nestduur: 10 - 12 dagen
  • Kleur eieren: ?
  • Aantal broedparen: ongeveer 200.000

Kenmerken

  • Lengte: 12 - 14 cm
  • Spanwijdte: 19 - 22 cm
  • Gewicht: 10 - 15 gram
  • Maximale leeftijd: 12 jaar
  • Snavel: spitse, vrij lange snavel
  • Poten: kleine zangvogelpootjes

Herkenning

Opvallende kenmerken: een algemene rietvogel die zich graag laat horen.

Gedrag: een vogel die nieuwsgierig is en zich makkelijk laat zien. Heeft de gewoonte onophoudelijk en rusteloos langs rietstengels heen en weer te wippen of aan de ene naar de andere te springen. De koekoek kiest vaak het nest uit van de kleine karekiet om haar ei in te leggen.

Kleed: de bovenzijde is bruin van kleur en de onderzijde is vaalwit. De keel is wit. De flanken zijn lichtbruin en er is een onduidelijke wenkbrauwstreep aanwezig.

Verspreiding

Europese verspreiding: in vrijwel alle laaglandgebieden van Europa komt de kleine karkiet voor: van Zuid-Scandinavië tot in het Middenlandse-Zeegebied. De rivier Wolga vormt ruwweg de oostgrens van het verspreidingsgebied.

Trekroute: kleine karekieten trekken in zuidwestelijke richting, over Frankrijk en het Iberisch Schiereiland, naar Afrika.

Overwinteringsgebied: Tropisch Afrika.