Merel

(foto: Vogeldagboek.nl)

Beschrijving

Bij de merel is het vooral het mannetje dat opvalt door het zwarte verenkleed en de oranje-gele snavel. Bij nadere bestudering valt ook de oranje-gele cirkel rondom het oog op. Het vrouwtje is weliswaar net zo gebouwd als het mannetje, maar heeft een minder opvallend, bruin verenkleed. Jonge vogels lijken op een volwassen vrouwtje, maar hebben nog licht gekleurde veertoppen. De merel wordt ondanks het zwarte of bruine verenkleed door veel mensen herkend. Dit komt waarschijnlijk doordat de vogel erg talrijk is en met de zang veelvuldig de aandacht trekt.

 

Broeden

  • Broedperiode: eind maart - juli
  • Koloniebroeder: nee
  • Aantal legsels: 2 - 3
  • Aantal eieren: 4 - 5
  • Incubatie: 12 - 14 dagen
  • Nestduur: 11 - 18 dagen
  • Kleur eieren: grijs-groenig met bruinige vlekken
  • Aantal broedparen: meer dan 1.000.000

Kenmerken

  • Lengte: 23.5 - 29 cm
  • Spanwijdte: 34 - 38 cm
  • Gewicht: 80 - 125 gram
  • Snavel: mannetje oranje-geel, vrouwtje bruin
  • Poten: donker

Herkenning

Opvallende kenmerken: mannetje geheel zwart met opvallende gele of oranje achtige  snavel, vrouwtje bruin.

Gedrag: zoekt zijn voedsel voornamelijk op de grond tussen bladeren of op het gras. Met veel energie worden bladeren aan de kant gegooid in de hoop insecten en bodem diertjes hier tussen te vinden. Op het gras of gazon hipt de merel een paar pasjes, houdt het kopje schuin en pikt een worm uit de grond, hipt weer een paar pasjes en het ritueel herhaalt zich.

Kleed: mannetje geheel zwart en vrouwtje donkerbruin met iets lichtere borst, welke bruin gestreept is Het mannetje heeft een dunne oranje-gele cirkel om het oog. Jonge merels lijken veel op het vrouwtje maar zijn vaak donziger en lijken daardoor groter dan het volwassen vrouwtje, ook is het verenkleed iets lichter. Pas aan het eind van de winter krijgen de jongen hun eigenlijke verenkleed en kleur snavel. De snavel is eerst namelijk nog donker van kleur.

Verspreiding

Europese verspreiding: merels komen in geheel Europa voor, behalve in het uiterste noorden: Lapland, IJsland en overig arctisch Europa is te koud en boomloos voor merels. Bovendien kunnen ze er in de vaak permanent bevroren bodem geen regenwormen vinden.

Trekroute:Continentaal Europa of naar UK en Ierland.

Overwinteringsgebied: Nederlandse merels zijn het gehele jaar in ons land te vinden. Merels uit noordelijker streken trekken naar het zuiden tot in Portugal, of meer naar het westen, tot in Ierland.