Rietgors

(foto: Vogeldagboek.nl)

Beschrijving

Het vrouwtje van de rietgors is een onopvallende vogel, met een licht gekleurde onderzijde met donkere lengte strepen. De bovenzijde is bruin met zowel licht als donkere strepen. Het mannetje is in het zomerkleed goed te herkennen aan de zwarte kop met de witte halsband. De zang van het mannetje bestaat uit een herhaling van 3 tonen die lang aan kan houden en meestal voorgedragen wordt vanaf een hoge zang post.

De vogel nestelt in laag struikgewas en brengt 2 of 3 nesten per jaar groot. De rietgors zwerft in de winter soms rond in het gebied  waar de vogel gebroed heeft, maar trekt meestal naar het zuiden. Vogels uit net noorden van Europa overwinteren soms in Nederland.

Broeden

  • Broedperiode: vanaf half maart tot eind juli
  • Koloniebroeder: nee
  • Aantal legsels: 2
  • Aantal eieren: 4 - 7
  • Incubatie: 12 - 15 dagen
  • Nestduur: 10 - 12 dagen
  • Kleur eieren: ?
  • Aantal broedparen: minder dan 100.000

Kenmerken

  • Lengte: 14 - 16 cm
  • Spanwijdte: 21 - 26 cm
  • Gewicht: 23 gram
  • Max. leeftijd: ?
  • Snavel: kegelvormig, grijs of zwart

Herkenning

Gedrag: vanaf een boom of struik in het rietland zingt hij zijn lied.

Kleed: het mannetje is in het voorjaar en in de zomer duidelijk herkenbaar  aan zijn pikzwarte kop, een witte 'sjaal' en een vaalbruine rug met zwarte strepen. Er is een witte snorstreep aanwezig. De staartzijden zijn wit van kleur.

Verspreiding

Europese verspreiding:  de rietgors heeft een zeer groot verspreidingsgebied. Het strekt zich uit van West-Europa tot aan het Verre- Oosten op de eilanden van Japan. In het Mediterrane gebied is de verspreiding zeer dun,, in onze streken is de dichtheid het hoogst. Rietgorzen komen voor tot in het hoge noorden van Fenno-Scandinavie.

Trekroute: Centraal-Europa

Overwinteringsgebied: rietgorzen die in Nederland broeden zijn deeltrekker, een deel van de populatie trekt in het najaar weg om in het voorjaar weer terug te komen.