Wilde eend

(foto: Kees van Rijsbergen)

Beschrijving

Bij de wilde eend is het mannetje in tegenstelling tot het vrouwtje erg opvallend gekleurd. De kop van het mannetje is glanzend groen, terwijl de rest van het verenkleed grotendeels grijs is. 0ok zijn de middelste staart pennen duidelijk omhoog gekruld. Het verenkleed van het vrouwtje is opvallend bruin en bezet met donkere vlekken. Aan het eind van de zomer verliest het mannetje echter het fraaie prachtkleed en lijkt dan op een donker gekleurd vrouwtje. Dit eclips kleed houdt het mannetje niet lang, in het najaar komt het prachtkleed al weer terug.

Net als de meeste andere eenden heeft de wilde eend een brede snavel die over het wateroppervlak heen en weer bewogen wordt, waardoor het voedsel zoals zaden en plantendelen uit het water gefilterd worden. De wilde eend komt vooral voor in de buurt van stilstaand of langzaam stromend water en bouwt het nest in de dichte begroeiing langs de waterkant.

De meeste in Nederland broedende wilde eenden overwinteren ook hier, maar exemplaren die broeden in het noorden van Europa trekken 's winters meestal naar het zuiden.De wilde eend is de stamvorm van de tamme eenden die in Nederland veel voorkomen in stads vijvers en parken.

Broeden

  • Broedperiode: februari - augustus
  • Koloniebroeder: nee
  • Aantal legsels: 2 - 3
  • Aantal eieren: 6 - 10
  • Incubatie: 27 - 28 dagen
  • Nestduur: 50 - 60 dagen
  • Kleur eieren: ?
  • Aantal broedparen: ongeveer 500.000   

Kenmerken

  • Lengte: 50 - 60 cm
  • Spanwijdte: 81 - 95 cm
  • Gewicht: 1090 gram
  • Max. leeftijd: 29 jaar
  • Snavel: brede platte snavel
  • Poten: oranje met zwemvliezen

Herkenning

Opvallende kenmerken: meest voorkomende eend in sloten en vijvers, waar ze gondolend zoeken naar voedsel.

Gedrag: door een grote hoeveelheid eenden in een stads vijver en sloten, met daarbij meer mannetjes dan vrouwtjes, zijn er altijd een aantal mannetjes die niet aan een vrouwtje komen. Het zijn dan ook de vrijgezelle mannetjes die het op de vrouwtjes gemunt hebben. In de vrije natuur heeft het vrouwtje vele mogelijkheden om in dichte oevervegetatie te vluchten, maar in stads vijvers ligt dit heel anders. Door de steile oevers en de weinige begroeiing in de directe omgeving biedt ze geen dekkingsmogelijkheden, waardoor ze het soms moet afleggen tegen de mannetjes.

Kleed: het mannetje heeft een glanzende groene kop met een witte nekband en een paars/bruine borst. De rest van de veren zijn lichtgrijs. Opvallend is de donkerblauwe spiegel met witte randen. Deze vallen vooral op tijdens de vlucht. De stuit en de middelste gekrulde staartveren zijn zwart. Het vrouwtje is lichtbruin-beige van kleur met donkerbruine vlekken en strepen. Evenals het mannetje heeft het vrouwtje een blauwe spiegel. Na het broedseizoen (aug. - sept.) gaan de eenden in de rui en krijgt het mannetje hetzelfde verenkleed als het vrouwtje. Alleen aan de kleur van de snavel kunt u ze duidelijk onderscheiden: vrouwtje snavel is zeem kleurig, de snavel van het mannetje is geel.

Verspreiding

 

Trekroute: Continentaal Europa, maar ook naar UK en Ierland.

Overwinteringsgebied: wilde eenden die in Nederland broeden zijn voornamelijk standvogels. eenden uit noordelijker streken trekken wel naar het zuiden wanneer het koud begint te worden.