Aalscholver

(foto: Kees van Rijsbergen)

Beschrijving

De aalscholver is een onmiskenbare en typisch Nederlandse vogel, die alleen met de kuifaalscholver verward kan worden. De kuifaalscholver is in Nederland echter veel zeldzamer en laat zich bijna nooit ver van de kust zien. Tijdens het zwemmen ligt de vogel diep in het water, terwijl de kop schuin omhoog gehouden wordt.

Het voedsel van de aalscholver bestaat vrijwel alleen uit vis, die de vogel duikend onder water vangt. De vogel heeft geen waterdicht verenkleed en wordt bij het duiken nat tot op de huid. Voordat de aalscholver na het duiken terug naar het nest vliegt, laat de vogel de vleugels eerst met gespreide vleugels op een hoge plek drogen.

Het belangrijkste broedgebied van de Nederlandse aalscholverpopulatie bevindt zich rond het IJsselmeer. Doordat de vogels in kolonies broeden en bij voorkeur paling eten, vormen deze vogels volgens de beroepsvisserij een bedreiging voor de palingstand. Om deze reden is de aalscholver in het verleden vervolgd, waardoor de populatie rond het jaar 1960 was gedaald tot minder dan 1000 broedparen. Door wettelijke bescherming, maar ook door toename van het voedselaanbod heeft de populatie zich inmiddels weten te herstellen tot ongeveer 20.000 broedparen.

 

Broeden

  • Broedperiode: januari - mei
  • Koloniebroeder: ja
  • Aantal legsels: 1
  • Aantal eieren: 3 - 5
  • Incubatie: 28 - 31 dagen
  • Nestduur: 45 - 53 dagen
  • Kleur eieren: wit
  • Aantal broedparen: ongeveer 20.000

Kenmerken

  • Lengte: 77 - 94 cm
  • Spanwijdte: 121 - 149 cm
  • Gewicht: 1700 - 2800 gram
  • Max. leeftijd: 18 jaar
  • Snavel: lang met haakpunt
  • Poten: met zwemvliezen

Herkenning

Opvallende kenmerken: zit vaak met de vleugels gespreid. Tijdens de vlucht valt het op dat de vleugels bijna in het midden zitten, een sigaar met vleugels. Zwemmend in het water valt meestal alleen de kop en lange nek op. Het lichaam ligt diep in het water.

Gedrag: duikt naar vis. Na het vissen spreiden ze op de kant van de oever of in een boom hun vleugels om deze te laten drogen.

Kleed: zwart verenkleed met groene en blauwe weerschijn. De huid om de snavelbasis is geel. In het broedseizoen valt de witte onderkin, zijkant van kop en nek en dijvlek op. In de loop van het voorjaar verliest de aalscholver dit broedkleed.

Verspreiding

Europese verspreiding: aalscholvers komen verspreid in grote delen van Europa voor. Vooral Denemarken, Noorwegen en Nederland herbergen een groot deel van de populatie. 

Trekroute: indien vogels wegtrekken verspreiden ze zich over continentaal Zuid-Europa.

Overwinteringsgebied: Nederlandse broedvogels blijven in de omgeving van het broedgebied, maar de meesten trekken weg naar Frankrijk of Spanje, soms ook naar andere gebieden