Houtpantserjuffer

Houtpantserjuffer ( Chalcolestes viridis ), vrouwtje

(foto: Kees van Rijsbergen)

De Houtpantserjuffer is een relatief grote juffer tot wel 47 mm lang waarbij de kleur metallic groen is. Vooral op het borststuk is dat goed te zien. Mannetjes en vrouwtjes hebben de zelfde kleurtekening. Goed te zien is dat het achterlijf van het vrouwtje op de foto verbreed is . Eveneens zijn de licht gekleurde vlekjes op de vleugeluiteinden een goed kenmerk. Ze zijn gemakkelijk te herkennen omdat ze de vleugels in ruststand niet geheel samenvouwen maar half laten openstaan in een V vorm. Zoals de naam al zegt legt het vrouwtje de eitjes in houtige stengels en ze prefereren bomen en struiken langs het water. De eitjes worden in de schors van éénjarige takken afgezet. De mannetjes keuren de afzetplaats en nagoedkeuring maakt het vrouwtje een sneetje in de schors en deponeert een viertal eitjes. Zo ontstaan kleine verdikkingen als lidtekens. De eitjes overwinteren in de takken en in het voorjaar laten de larven zich vallen in het water om daar verder op te groeien. Bekende (waard)bomen zijn appelbomen, zwarte els, wilg, eik en meidoorn. Behalve de Houtpantserjuffer zijn er nog vier soorten pantserjuffers bekend in Nederland te weten: de gewone pantserjuffer, de tangpantserjuffer, de tengere pantserjuffer en de zwervende pantserjuffer. Wellicht dat we een van deze soorten in de toekomst nog gaan aantreffen op onze baan.